Om malaria echt te begrijpen moet je het zelf hebben meegemaakt - MO*

2021-12-14 20:47:24 By : Mr. James Huang

Zonder jouw steun bestaat MO* niet

Al die jaren in Afrika leefde Ivan Godfroid in de overtuiging dat hij resistent was tegen malaria. Het blijkt nu het tegenovergestelde te zijn: het is de malariaparasiet die resistent is geworden tegen onze medicijnen.

Om de verpleegster van Heal Africa op te roepen. Klinkt dat nu niet kerstachtig?

H et vliegtuig van Goma landde niet meteen in N'Djili, maar beschreef eerst een volledige cirkel waar we twee keer doorheen vlogen over het uitgestrekte domein van de voormalige president Joseph Kabila Kabange en we de Congo-rivier in al zijn pracht konden bewonderen.

Dertig minuten later, wielen op het asfalt, begrepen we waarom. Bijna tegelijkertijd waren er vier grote binnenlandse vluchten geland, die hun volledige passagiersladingen in dezelfde paspoortcontrolelobby spuugden.

Gedurende de hele vlucht van twee uur greep het cabinepersoneel in zodra zelfs het puntje van een neus boven een masker piepte. Maar op de luchthaven zelf was dat onmogelijk. Met bijna duizend passagiers in een ruimte die voor een derde daarvan was ingericht, schouders en peuken tegen elkaar aan gewreven, mensen kronkelden alle kanten op, kuchten elkaar in de nek, schrijfgerei werd uitgeleend om covid-formulieren in te vullen zonder eerst te desinfecteren. Kortom, alle inspanningen vanuit het vliegtuig werden in één klap weggevaagd door de aankomst in de DGM-hal.

Tot ieders ergernis was slechts de helft van de balies van de Migratiedienst bemand. Bovendien deden de weinige bedienden die er waren er per persoon onmogelijk lang over.

De mensen werden boos. De luchtkoeling was niet ingeschakeld (of defect?). Mannen in maatpakken met druipende gezichten werden nog natter gemaakt door met hun ordre de mission van een of andere regering te zwaaien. Het geroezemoes in de zaal groeide uit tot een verontwaardigd gegrom.

Iemand vooraan in mijn rij probeerde het voortouw te nemen: “Wat is dit voor onzin? Wij zijn Congolezen die binnen onze landsgrenzen reizen. Waarom zouden we in hemelsnaam gescreend moeten worden door de Migratie? We gaan geen grenzen over, we gaan naar huis! Dit hoeven we niet te pikken! Kom op mensen, laten we nu in een blok stappen, niemand zal ons kunnen stoppen. Laten we zelf eens ophouden met deze onzin.”

Precies op dat moment stapte extra Migratiepersoneel in de lege balie vlak voor de man. Het protest werd in de kiem gesmoord. Hij was de eerste die zijn papieren liet controleren in de pas geopende balie. Anderhalf uur later konden we eindelijk onze bagage ophalen.

De vierdaagse bijeenkomst met boerenleiders uit het hele land is goed verlopen. De AgriCongo Alliantie en de landelijke boerenconfederatie CONAPAC hadden hun volledige verantwoordelijkheid als medeorganisatoren op zich genomen en alle preventieve maatregelen werden nauwgezet gerespecteerd, tot en met de systematische desinfectie van de lopende microfoon in de hal. Dus toen ik de vierde dag na aankomst in de hoofdstad lichte koorts kreeg, maakte ik me niet meteen zorgen. Maar de vijfde dag werd ik wakker met 38,5°C en hevige spieren en hoofdpijn.

Ik nam de vergelijkende lijst van symptomen van corona, griep en verkoudheid en concludeerde dat het een griep was. Ik kwam de avond door met een stevige dosis paracetamol, omdat ik die vergaderdag net zelf had moeten faciliteren, maar was toch blij toen het voorbij was.

Wat me nog meer stoorde was het plotselinge verlies van smaak en geur.

De volgende dag bleef de koorts stijgen. Wat me nog meer stoorde was het plotselinge verlies van smaak en geur. Maar de afwezigheid van hoesten, druk op de borst of moeite met ademhalen versterkte mijn griephypothese. Ik gokte dat ik er na een week van af zou zijn, net als de laatste keer dat ik griep had, zo'n dertig jaar geleden.

Op zondag 6 december moest ik koste wat kost weg uit Kinshasa. Niet alleen omdat mijn terugvlucht toen was geboekt voor lang geplande activiteiten in Rutshuru, maar ook omdat de stad gonsde van de geruchten over een op handen zijnde staatsgreep en mogelijke rellen na de aangekondigde toespraak van de president in de middag. Het vooruitzicht dat het vliegveld zou kunnen sluiten en me voor onbepaalde tijd ziek zou maken, sprak me helemaal niet aan.

Er zat dus maar één ding op: de paracetamol er weer uithalen om de temperatuurcontroles op de luchthaven op goed gekozen uren te slim af te zijn.

Dat was het makkelijke gedeelte. Nu je door moet gaan tot de griep voorbij is, en dat zou zeker een week duren, zou dat meer doorzettingsvermogen vergen.

De dag na mijn probleemloze terugkeer naar Goma, met een lichaamstemperatuur van telkens rond de 36°C, vertrok ik naar Rutshuru. Mijn collega's hadden anderhalf jaar hard gewerkt nadat we daar op 4 augustus 2019 uit een hinderlaag waren ontsnapt, in een poging de koffieboeren te overtuigen van onze aanpak. Dat ze niet eeuwig veroordeeld zijn om hun koffie voor een cent aan tussenhandelaren te verkopen, dat ze hun koffie zelf tegen betere prijzen kunnen exporteren, als ze koffie van betere kwaliteit produceren en zo spelers worden op de markt voor speciale koffie.

8 tot 10 december 2020 zou worden geregistreerd als de oprichtende algemene vergadering van de coöperatie Rutshuru-specialiteitenkoffie. Twee dagen lang hebben we met hen alle facetten van een coöperatie besproken, de statuten en het huishoudelijk reglement woord voor woord uitgelegd. Ze hebben een mooie naam gekozen: Coöperatie Kahawa Umoja wa Rutshuru (COOKURU). Dat betekent letterlijk: de coöperatie die met haar koffie eenheid in Rutshuru brengt. Het verenigt koffieboeren uit verschillende culturele groepen die op zijn zachtst gezegd niet altijd op goede voet hebben geleefd.

Door hun bescheiden economische krachten te bundelen om ambitieuze doelen te bereiken in termen van kwaliteit en volume, is het besef gegroeid dat ze meer te winnen hebben door samen te werken dan door elkaar te bestrijden. Koffie als bindmiddel voor vrede. Als dit lukt, kunnen ze bovenop de kwaliteit van hun koffie ook nog een mooi vredesverhaal brengen, waardoor de waarde van hun koffie nog meer stijgt.

Maar zelf voelde ik mijn kracht voortdurend afnemen en de koorts toenemen. Door een toenemende misselijkheid kon ik niet genoeg eten. Op de ochtend van de derde dag, voor de bestuursverkiezingen, na de koffiepauze, kon ik niet meer. Ik vroeg onze chauffeur om me terug te rijden naar Goma om een ​​doktersadvies te krijgen. Maar toen hij onderweg de dokter belde, kreeg hij te horen dat de dienst om 13.00 uur sluit, terwijl we pas om 14.00 uur in Goma zouden aankomen.

Dus het was pas de dag erna dat ze me naar het Provinciaal Ziekenhuis konden brengen. Dit is het referentieziekenhuis, gesteund door de Belgische coöperatie, de Europese Unie, USAID en het International Rescue Committee. Wat ik daar heb meegemaakt grenst aan het onbeschrijfelijke.

Patiënten worden opgevangen in een tentachtige constructie van zeildoek, opgetrokken vlakbij een van de drukste verkeersaders van Goma, precies op de plek waar een soort permanente verkeersopstopping is. Toeterend, remmend en versnellend verkeer, geschreeuw tussen boze chauffeurs, vermengd met de megafoons van verkopers en taxibusjes die klanten toeroepen…. Pure waanzin voor iemand die ziek is.

Ik werd meer dan vier uur aan de lijn gehouden. Tussen het afnemen van een monster voor de Covid-test en een bloedmonster voor algemeen onderzoek zat minimaal twee uur. Ook ben ik drie keer ondervraagd op basis van telkens exact dezelfde vragenlijst. En er zaten nog twee fouten in mijn geboortedatum. Ik voelde me met de minuut zieker en was blij toen ik eindelijk mocht vertrekken.

De spreekkamer van het provinciaal ziekenhuis van Goma. De meer dan 80 decibel aan geluidsoverlast zie je niet op de foto.

Het was me niet duidelijk wat de dokter het recept voorschreef dat hij me gaf, maar ik accepteerde de medicatie volgzaam na een korte check op internet: het antibioticum azithromycine zou een mogelijke antivirale werking kunnen hebben, dus dat zou handig zijn in geval van covid of een griep. kan zijn. Dus ben ik dat gaan slikken, net als de voorgeschreven vitamines en aminozuren (kan geen kwaad). Maar de drie pillen voor de intermitterende preventieve behandeling van malaria bij zwangere vrouwen leken niet meteen overeen te komen met mijn ziektebeeld en ik raakte ze niet aan.

De volgende dag ging mijn collega Cécile mijn eerste labresultaten ophalen omdat ik zelf te ziek was. De snelle diagnostische test voor paludisme en de dikke valtest waren beide negatief voor malaria. Serologisch onderzoek met de WIDAL-test gaf me een dubbele positieve uitslag voor buiktyfus (een Salmonella-infectie). Als dat juist was, zouden veel andere mensen in onze bijeenkomst in Kinshasa dezelfde symptomen hebben gehad, quod non. De enige instructie die de arts gaf op basis van de labresultaten was: gewoon doorgaan met de eerder voorgeschreven medicijnen.

Je hebt geen controle over labresultaten, je hoeft alleen maar het computerscherm te fotograferen

Dat heb ik die zaterdag 12 december trouw gedaan, maar zonder enig resultaat. Zondag werd ik wakker met 39°C koorts, hevige hoofdpijn en diepe misselijkheid. Mijn griep zou nu normaal gesproken in de laatste fase moeten zijn, dus er moest iets veel ernstigers met mij aan de hand zijn. Ik vroeg mijn collega's welk ziekenhuis in Goma de beste reputatie heeft en een uur later meldde ik me onvast bij de eerste hulp van het Heal Africa ziekenhuis.

Ik werd meteen in isolatie geplaatst in afwachting van de testresultaten, die een paar uur later al beschikbaar waren: de covid-test was negatief (drie dagen later bevestigd door de uitslag van het lab van het Provinciaal ziekenhuis), een positieve CRP-test duidde op een ernstige infectie en de vetdaling was zwaar positief: toch malaria.

Als gevolg daarvan mocht ik onmiddellijk uit isolatie en werd ik snel in een katheter geplaatst voor een infuus van artesunaat, door de WHO aangeprezen als het beste medicijn tegen malaria, en ceftriaxon, een breedspectrumantibioticum.

De volgende dag, maandag 14 december, bleef ik, ondanks verschillende opeenvolgende doses intraveneus artesunaat en ceftriaxon, een tijdje koortsig, misselijk en uitgeput, en een andere vetdruppel bleef zwaar positief. Dus geen effect van de medicijnen. De dokters begonnen een beetje in paniek te raken. Er werd mij tot 5 keer gevraagd of ik diabetes had of last had van hoge bloeddruk, terwijl mijn bloedanalyse en de dagelijkse bloeddrukmetingen een duidelijk negatief antwoord gaven. Het leek alsof ze de resultaten niet geloofden. Pas later zou ik vernemen dat een paar weken eerder een Fransman van Artsen zonder Grenzen in hetzelfde ziekenhuis aan malaria was overleden. Zijn medische voorgeschiedenis zou beide afwijkingen hebben laten zien en hij zou tijdens de behandeling fataal zijn geweest. Dat risico wilden ze bij mij uitsluiten.

Ik bleek multiresistente malaria te hebben opgelopen.

Na spoedintern consultatie stelde de arts voor om te stoppen met de artesunaatbehandeling en over te stappen op het laatste redmiddel: intraveneuze kinine. Ik bleek multiresistente malaria te hebben opgelopen. Door de algemene praktijk van zelfmedicatie is de resistentie van Plasmodium tegen malariamedicijnen in de hoofdstad erg hoog geworden. Met een zacht stemmetje hoorde ik mezelf nog vragen wat er zou gebeuren als mijn malariaparasieten ook resistent zouden blijken te zijn tegen kinine. Dan zouden ze het combineren met antibiotica.

Wetende dat ik nog nooit malaria had gehad, waarschuwde de dokter me voor de bijwerkingen van kinine. Ik had er al van gehoord en bereidde me psychisch voor op wat komen ging, maar veel tijd had ik niet, want de eerste dosis droop al in mijn aderen.

De volgende drie dagen en nachten was ik half wakker, half slapend. Vanaf de eerste dosis kregen mijn oren de volle lading. Het was alsof mijn hoofd werd ondergedompeld, zo slecht was mijn gehoor, en dat doffe geluid werd dan weer doorkruist door een drievoudige tinnitus in verschillende toonsoorten. Tijdens elke 4 uur durende infusie brak ik in het koude zweet uit totdat mijn bed kletsnat was. De vier uur rust zonder infuus die daarop volgde, hielpen me weer op te drogen.

Mijn collega's probeerden me iets te laten eten, maar mijn misselijkheid werd verergerd door de kinine. Ik herinner me dat ik tussen de infusiesessies urenlang naar eten op mijn bord staarde, zonder een hap te nemen. Twee gekookte eieren, het is me gelukt. De dokter spoorde me aan om te eten, want de kinine zoog veel energie uit mijn lichaam, maar mijn keel leek gesloten.

's Nachts wist ik niet of ik droomde, hallucineerde of wakker was. Op een gegeven moment opende ik mijn ogen en zag mijn broer Philippe, die in 2016 stierf, naast me liggen in zijn eigen ziekenhuisbed, ook aan de Baxter, zoals ik hem zo vaak zag. Hij zei geen woord. Zijn strijd met de ziekte van Kaler betekende dat hij dagenlang niet kon praten. Hij keek naar mij en ik keek naar hem. Ik had graag gewild dat hij iets tegen me had gezegd, maar hij zweeg gewoon. Toen de verpleegster het licht aandeed voor de volgende IV-vernieuwing, was hij weg. Ik blijf teruggaan naar die beelden om te proberen precies te begrijpen wat hij me probeerde te zeggen.

Al die tijd was ik nooit alleen. Een Afrikaanse ziekenhuiskamer heeft altijd minimaal twee bedden: het tweede bed is voor de garde-malade. Drie collega's (twee dames overdag en één man 's nachts) week geen moment van mijn zijde en konden mij naderhand tot in detail vertellen wat de strijd tussen Plasmodium en kinine met mij had gedaan. Rikolto is niet alleen een werkgever maar ook een echte familie. In moeilijke tijden als deze wordt dit keer op keer bewezen.

De derde dag van mijn intraveneuze kininebehandeling was ik koortsvrij. De vetdaling bleek uiteindelijk negatief. Op 17 december mocht ik het ziekenhuis verlaten, 5 kg uitgemergeld, met trillende benen en oorsuizen. De ochtendpap die mijn collega's me aanboden op basis van tarwe- en chiameel, ging voor het eerst soepel naar beneden.

Nog twee keer kreeg ik ochtendkoorts tot 37,4°C, maar dat bleek een soort schoppen tegen mijn zeer verzwakte lichaam te zijn. Vanaf de derde dag na mijn ontslag uit het ziekenhuis bleef mijn temperatuur stabiel. De hoofdpijn zou duren tot de vijfde dag. Maar mijn maag begon heel hard te schreeuwen om eten. Zes maaltijden per dag en om middernacht wakker worden met een lege maag, dat is me nog nooit overkomen. Mijn lichaam wilde zo snel mogelijk weer normaal worden en liet het me luid weten.

Inmiddels ben ik voldoende hersteld om terug te keren naar Butembo, waar ik beter voor mezelf kan zorgen. Ik slaap nog steeds meer dan voorheen, kook mijn favoriete gerechten, slaag er al in om een ​​boek te lezen en word elke dag sterker. Ik heb de dokter moeten beloven dat ik mijn e-mail niet voor het einde van het jaar zal openen om niet te worden meegesleurd door de digitale tsunami. Ik miste mijn vlucht naar België, maar we konden de reisdata gemakkelijk verzetten. Pas na Oud en Nieuw zie ik mijn moeder en familie weer, maar dat geeft niet. Op dit moment is het nog te moeilijk om vrij te bewegen in België, hopelijk gaat dat over twee weken beter. En tegen die tijd sta ik veel steviger op mijn benen. Tenzij Oeganda de grens met Congo weer sluit vanwege de tweede coronagolf. Het blijft een onvoorspelbare regio.

Kinderen moeten 4 keer worden ingeënt om tussen 30 en 40% bescherming tegen malaria te genieten. Zijn het de marktvooruitzichten die dit enorme verschil met corona moeten verklaren?

Nu ik weer helder kan denken, rijzen de vragen. Hoe komt het dat de medische wetenschap erin slaagt om een ​​effectief vaccin te creëren (95% bescherming na twee vaccinaties) tegen Covid-19, een virus dat 62.000 mensen in Afrika doodde, terwijl malaria jaarlijks 400.000 levens eist, in voorgaande jaren zelfs meer, waarvan 94% in Afrika een totaal dodental van vele miljoenen in de afgelopen halve eeuw? GlaxoSmithKline werkt al bijna 30 jaar aan het RTS,S-malariavaccin en bevindt zich nog in de klinische proeffase. Kinderen moeten 4 keer worden ingeënt om een ​​bescherming tussen 30 en 40% te genieten. Zijn het de marktvooruitzichten die dit enorme verschil zouden moeten verklaren? Van een covid-19-vaccin mag natuurlijk op wereldschaal een veel hoger financieel rendement worden verwacht. Maar is gezondheid niet in de eerste plaats een ethische kwestie?

Een recente WHO-voorspelling schat dat het extra aantal malariadoden in Afrika zou kunnen stijgen tot 100.000 per jaar (voornamelijk kinderen) als gevolg van verstoringen veroorzaakt door Covid-19 in de distributieketens van middelen voor malariapreventie en -behandeling. In Congo, dat met 16.500 besmettingen en 573 doden relatief gespaard bleef van het coronavirus, gaat luid de alarmbel voor malariaverwaarlozing. Radio Okapi meldt dat de provincie Kwango door gebrek aan medicijnen niet meer alle malariagevallen van de voorgeschreven behandeling kan voorzien. Andere provincies zullen onvermijdelijk volgen als er niet daadkrachtig wordt opgetreden.

In de statistieken komt de DRC naar voren als het land met het op één na hoogste aantal malariaslachtoffers ter wereld. Na Nigeria met 24% van alle doden volgt Congo met 11%. Een op de negen malariadoden in de wereld is Congolees. Als er onevenredig veel aandacht blijft voor het coronavirus, kan dat cijfer in de volgende jaarverslagen over malaria flink oplopen.

Schrijf je in op de MO*Daily en ontvang elke dag topartikelen.

Steun ons en word proMO* voor slechts €4/maand of doe een gratis donatie. 3190 proMO*s steunen ons vandaag al. 

Word een promo* of doe een donatie

'Waar kom je vandaan?' Die vraag zet me altijd aan het denken. Waar ben je geboren? Dan kom ik uit Rwanda. Waar komen je ouders vandaan?

11.11.11 Broederlijk delen Rikolto (Vredeseilanden) Zebrastraat Fairtrade België Triodos Memisa VIA Don Bosco Plan WSM (World Solidarity) Oxfam België NewB Handicap International Artsen Zonder Vakantie Fos Damiaanactie Unicef ​​Vluchtelingenwerk Vlaanderen Join For Water Doktoren van de wereld Caritas Vlaanderen

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.